For Your Eyes Only part CXVII

Uma Thurman will kill Bill


Kill Bill Vol. 1

Uit: 2003, USA
Regie: Quentin Tarantino  (Kill Bill Vol.2)
Met: Uma Thurman, David Carradine, Vivica A. Fox, Daryl Hannah, Lucy Liu, Michael Madsen, Sonny Chiba, Chiaki Kuriyama, Chia Hui Liu

Synopsis: Hoofdpersoon The Bride maakt ooit deel uit van de Deadly Viper Assassination Squad, vier vrouwen en een man, onder leiding van de mysterieuze Bill. Op haar huwelijksdag wordt ze door haar ex-collegae afgetuigd en jaagt Bill een kogel door haar hoofd. Het klusje is echter niet helemaal geklaard want vier jaar later wordt the Bride uit haar coma wakker. Ze beseft onmiddellijk dat ze haar ongeboren kind kwijt is en zint nog maar op één ding…to kill Bill.



LePaulski

"De vierde film van Quentin Tarantino is de mooiste, grootste en beste B-film ooit gemaakt." Aldus Jan-Pieter Ekker in de Volkskrant. Een bijzonder prikkelende stelling mag ik wel zeggen. Dus niet alleen de mooiste, maar ook nog eens de grootste en daarbovenop dan ook nog de beste van alle B-films. Dat roept de vraag op of Ekker dan daadwerkelijk alle B-films heeft gezien, maar dat raadsel wil ik onbeantwoord laten. Het brengt wel een andere vraag ter berde: wat is nu precies een B-film? Voor dit soort weetjes neem ik altijd graag het onmisbare Wel, en ook: Het grote Jaap Knasterhuis Filmwoordenboek ter hand. Daar vinden we onder B-film: "In het buitenland werden al lang geleden twee films in één voorstelling vertoond. De hoofdfilm werd A-film genoemd, de bijfilm, die meestal van mindere kwaliteit was, B-film. Dit begrip werd later door filmcritici gebruikt om er films die zij minder goed vonden mee aan te duiden…".


Aha, de uitspraak van Ekker moet dus in het licht worden gezien van het pauselijke: "Voetbal is het belangrijkste der onbelangrijke dingen." De kunstpauzen van de Volkskrant zullen blij zijn zich met deze stelling in het gezelschap van Johannes Paulus II te voegen. Misschien zouden ze ook een voorbeeld kunnen nemen aan Francois Truffaut, die door de Volkskrant ongetwijfeld als A-filmer zal worden aangemerkt. Hij merkt in zijn Les Films de ma vie op dat "Elke hiërarchie in soorten films tegelijkertijd belachelijk en verachtelijk is," om tenslotte op te merken dat alle films serieus genomen moeten worden en ook allemaal als vermaak moeten worden gezien.


Iemand die, net als Truffaut, geen hiërarchie in films aanbrengt is cinemaniak Quentin Tarantino. De man verslindt celluloid en leeft op een dagelijkse menu van onder meer spaghetti western, giallo, blaxploitation, samurai, rape-revenge, WIP (Women-in-Prison) en TV films(!). Zijn parate kennis is ongeëvenaard en grotendeels opgebouwd en uitgenut tijdens zijn baantje bij de inmiddels legendarisch geworden videotheek Video Archives in Manahattan Beach, California, waar hij achter de balie stond met Roger Avary (inmiddels ook al weer sinds jaar en dag regisseur, onder meer van Killing Zoe en The Rules of Attraction). Dat krijg je er dus van als je ouders je vernoemen naar een personage uit een TV serie, te weten Quint in een rol van Burt Reynolds in Gunsmoke.


In Kill Bill Vol.1 geeft Tarantino meer blijk van zijn filmhonger dan in al zijn vorige films bij elkaar. Zowat elke acteur, elk personage, elk stukje muziek en elke cameravoering zijn door Tarantino terug te voeren op een of andere film. Daarbovenop komt een enorme afwisseling in de presentatie van het verhaal, want dat gaat van kleur naar animatie en naar zwart-wit. En er wordt, denk Pulp Fiction, weer volop gerommeld met de chronologie. Dat leidt tot een gefragmenteerde kijkervaring die het beste te vergelijken valt met Oliver Stone's Natural Born Killers (niet geheel toevallig naar een script van Tarantino). Die twee films delen dan ook dezelfde cameraman, Robert Richardson en een enorme diversiteit in muziekkeuze. Dat gaat in Kill Bill Vol.1 van obscuur synthesizer werk van de duitse formatie Neu tot aan een kitscherig panfluit stuk van James Last (geen zorgen, zelfs James klinkt cool bij Quentin). Bij het zeurderige ratjetoe dat Oliver Stone in 1994 opleverde was de soundtrack ook werkelijk het enige lichtpuntje. Tarantino is gelukkig een oneindig veel betere actieregisseur en zal nooit op moralisme kunnen worden betrapt. Sterker nog, ik vermoed dat de term betekenisloos voor hem is. Zijn wereld heeft ook minder met de echte wereld van doen dan op het eerste gezicht schijnt; in Kill Bill zitten mensen met hun samurai zwaard naast zich in de eerste klas van een commercieel vliegtuig.


De fragmentarische stijl werkt, het klinkt misschien voor de hand liggend, gedeeltelijk. De film moedigt aan om over bepaalde stukken in de film te praten. Ik vind de cornflakes opening erg sterk en geniet van de prachtige kleuren en montage van het verkeer in Tokio dat zich stijlvol voortbeweegt op de insectachtige trompettonen van Al Hirt (uit de TV serie Green Hornet met Bruce Lee). Tarantino werkt als een filmische deejay die ons de meest wonderlijke, obscure beelden en geluiden serveert in een door hemzelf opgesausde schotel. In die zin is de film modern te noemen en voor de liefhebber als een vingerwijzing in de richting van interessante films en soundtracks nuttig. Maar wat Kill Bill absoluut nooit doet is als compleet aanvoelen.


Tarantino heeft gezegd dat hij nog nooit zoiets goeds heeft gemaakt als de climax op de begraafplaats uit Sergio Leone's The Good, The Bad and The Ugly. Ik denk dat Tarantino niet zou moeten streven naar het evenaren van die scène in het bijzonder, maar naar het maken van een complete film die net zo'n afgerond geheel vormt als het drie uur durende werkstuk van Leone.


LePaulski geeft ***



VW

Tarantino refereert net zo graag aan zijn eigen films als aan die van anderen maar hij bromt liever door vier jaar writers block heen dan dat hij oude ideeën herkauwt in nieuwe films. Het project rond de Vega Brothers (karakters uit Reservoir Dogs en Pulp Fiction) zal daarom ook altijd wel bij een grappig idee blijven. Kill Bill Vol. 1 krijgt wel een vervolg. De reden is eenvoudig. Toen producent Harvey Weinstein een anderhalf uur durende ruwe versie zag, was het verhaal pas half op weg. Omdat het eindigde in een lekkere cliffhanger, ontstond het idee om het geheel in tweeen te knippen.


Chronologisch gezien opent Kill Bill als (spaghetti) western in een prairiekerkje waar een vijftal naamloze wrekers het leven van een aanstaand bruidspaar verwoesten. Vervolgens verandert de stijl en setting in die van een urbane stadsthriller dat ontaardt in een huiselijke knokpartij. Hierna schakelt KB1 over naar een samurai-verhaal dat wordt onderbroken door een Japanime tekenfilm om te eindigen in een ouderwetse KungFu finale. Al deze stijlen/ fragmenten zijn terug te voeren naar specifieke cinemainvloeden op regisseur Tarantino. Nu ben ik niet zo heel erg thuis in deze pulp genres en velen met mij. Gelukkig is hij filmgek genoeg om een groot deel daarvan uit de doeken te doen. Zo somde Quentin onlangs een aantal bronnen op in het blad Uncut; They all call her one-eye, Death rides a horse, Lone wolf and cub: baby cart at the river styx, Zatoichi and the one-armed swordsman, Chinese Boxer, Lady Snowblood en Coffy, om er een paar te noemen.


Het zijn vergeten Hong Kong, Japanse, Zweedse, Amerikaanse en Italiaanse genrefilms waarmee Tarantino koketteert. Maar levert het ook een aardige film op? - Wat QT in ieder geval niet verloren heeft, is zijn speelsheid. Wanneer in de film de werkelijke naam van The Bride te horen is, wordt deze weggepiept op het geluidsspoor. Een leuk grapje maar het zou ook een deel van een puzzel kunnen zijn. De confrontatie tussen The Bride en haar oud-collega Copperhead is alles behalve conventioneel. Een thuiskomend dochtertje en een lekker bakje koffie onderbreken een heftig vuist- en messengevecht. Het is QT ten voeten uit en past zeker in een hommage aan de zogenaamde genrefilm. Bij het schieten van genrefilms, non-sexuele fetisjfilms bedoeld voor een kleine doelgroep, ontbreekt het de makers vaak aan geld en acteertalent. Vandaar de term B-film. Met fantasierijke plotvondsten en opvallende gimmicks (wat dacht je van een KungFu strijder met maar één arm) proberen de makers de kijker toch te verleiden. Een methode waar (inmiddels) A-regisseur QT nog altijd gretig gebruik maakt.


De regisseur is zich goed bewust van zijn aantrekkingskracht. Niet alleen gebruikt hij prikkelende gimmicks (Blues Brothers zonnebrillen en dunne stropdassen in Reservoir Dogs, het koffertje van Marsellus in Pulp Fiction, etc.) ook weet hij zijn films met elkaar te verbinden in een soort Tarantinoland. In Kill Bill maakt bijvoorbeeld Sheriff McGraw zijn opwachting net als in From Dusk till Dawn. Uma Thurman maakt als The Bride weer een  met haar vinger. Net als Mia Wallace in Pulp Fiction. Wellicht dat er meer parallellen te vinden zijn tussen Mia en The Bride maar laten we het nou niet verpesten door te veel te speculeren. In Pulp Fiction verliest de sadomasochistische middenstander Zed zijn voertuig, een opvallende sleutelhanger en zijn leven aan Butch en Marsellus. Was daar niet een rol voor een samuraizwaard weggelegd? -Hhmm. Dit keer raakt de akelige zaalwacht van het ziekenhuis, Buck, dezelfde bezittingen kwijt nadat er 'great vengence and furious anger' op hem is losgelaten door The Bride.


Het is natuurlijk de intentie van QT dat in deze film stijl en vorm het winnen van inhoud. De bende Crazy 88 Fighters van O-Ren Ishii (Liu) zijn vooral cool met hun, naar Bruce Lee verwijzende, Kato-maskers (the Green Hornet) en hun Reservoir Dogs-pakken. Ze zijn echter puur bedoeld als smakelijk kanonnenvlees voor The Bride die in een spectaculair gechoreografeerd gevecht (door meester Yuen Wo Ping, Crouching Tigers, Hidden Dragons) met hen afrekent. Stijl gaat boven spanning. Het gevecht met Ishii's rechterhand GoGo, een op perverse Manga geïnspireerd schoolmeisje en knipoog naar Kinji Fukasaku's Battle Royal, is al een stuk spannender. Deze personages bevolken het laatste hoofdstuk: 'The House of Blue Leaves', waarin ook een grote diversiteit aan goed-gejatte sets wordt gebruikt. Motor op kille snelweg in Tokio (Akira), een groot Japans theehuis met onvermijdelijke balustrade, een Japans schaduwspel in blauw licht en een besneeuwde Japanse tuin. Het is enerverend opgenomen en gemonteerd maar duurt allemaal overdramatisch lang, juist omdat de uitkomst ervan al vastligt.


Een bijkomend euvel is dat de individuele scènes elkaar nauwelijks raken. Deze zijn slechts gekoppeld door de wraakmissie van The Bride. Daardoor wordt zichtbaar hoe weinig balans er in de film zit. De scènes worden goed opgebouwd maar vormen -door een verschil aan lengte, sfeer en een gebrek aan diepe verwantschap- nauwelijks een geheel. Ook de karakters weten, in vergelijking met de meesterwerken Reservoir Dogs en Pulp Fiction, de kijker niet intiem te betrekken bij de gebeurtenissen. De personages zijn billboards waarvan ik weliswaar ieder willekeurig frame zo boven mijn bed kan hangen maar die mij emotioneel weinig doen. De Tokio barscène in het hoofdstuk: 'The Man from Okinawa' vind ik daarom wel zo leuk. KungFu legende Sonny Chiba speelt daarin Hattori Hanzo die nog één keer een alles vernietigend samuraizwaard moet maken. Het is het enige moment dat niet uitloopt op stilistisch geweld en waarop de karakters iets meer persoonlijkheid mogen uitdragen. Maar de actietrein moet verder en Hattori is al verdwenen voor we er erg in hebben.


Met deze "4e film van QT" (zoals iets te enthousiast gemeld wordt boven de begintitels) laat de regisseur wel merken dat hij weet waar hij mee bezig is en het regievirus weer helemaal te pakken heeft. Er is een geslaagde ode aan het genrewerk gebracht. Daarmee is echter niet automatisch een geslaagde film afgeleverd. KB1 refereert continu en zelfbewust aan haar voorbeelden waardoor het lastig is het eigen karakter van de film te ontwaren. Het spelen met conventies door het overschrijden van genres, zoals in zijn vorige films, is nu minder aan de orde. In de ogen van QT is dit de ultieme genrefilm, de postmoderne knipoog is passé. Jammer, want dat maakt van zijn vorige films zulke rijke verhalen.


Ondanks deze kritiek is dit een bevredigende film. Tarantino is een meester in het iconiseren van karakters en het parasiteren van zijn voorbeelden. Hij brengt zijn enthousiasme zo goed over dat alles wat hij samenvoegt: vergeten films, muziek en acteurs, zichzelf overstijgt en weer een plek krijgt in het publieke geheugen. KB1 vormt daar geen uitzondering op. Het heeft een heerlijke soundtrack, David Carradine staat weer op de kaart en Thurman is weergaloos neergezet als Godin van de Wraak met een missie. The Bride lijkt niet meer af te stoppen. Toch tekenen donkere wolken zich af. Het mysterieuze zinnetje van The Bride: "Bill, it's your…" wordt in een knappe cliffhanger helemaal duidelijk en doet hunkeren naar volume 2.


VW geeft ***






Gezien: 27-10-2003

Hallo allemaal,

deze keer een verlate mailing. De recensie van mijzelf stond al een tijdje op de site. Ik had de film tenslotte al op Curacao voor de Nederlandse premiere kunnen zien. Nu heeft ook LePaulski zijn kopij ingeleverd. QT heeft ons flink geprikkeld want het is een lekker dik nummer geworden (om in Veronica termen te spreken).



Home